Indexen zijn datastructuren in databases die de snelheid van gegevensopvraging op tabellen verbeteren door de gegevens te organiseren en te sorteren op basis van specifieke kolommen.

Ze functioneren vergelijkbaar met het indexregister in een boek, waarmee lezers snel relevante informatie kunnen vinden zonder de volledige tekst te hoeven doorlezen.

In databases dienen indexen een vergelijkbaar doel door de database in staat te stellen snel specifieke rijen binnen een tabel te lokaliseren op basis van de geïndexeerde kolommen, waardoor de tijd die nodig is voor het uitvoeren van queries aanzienlijk wordt verminderd.

Belangrijke punten

• Structuur: Indexen bestaan uit sleutels die zijn opgebouwd uit één of meerdere kolommen in een tabel, samen met verwijzingen naar de overeenkomstige rijen in de tabel;
• Snelheid: Door gebruik te maken van indexen kan de database snel rijen lokaliseren op basis van de waarden in de geïndexeerde kolommen, waardoor volledige tabelscans worden verminderd en de queryprestaties verbeteren;
• Typen: Er zijn verschillende typen indexen, waaronder B-tree-indexen, hash-indexen en bitmap-indexen, die elk geschikt zijn voor verschillende soorten queries en gegevens;
• Onderhoud: Indexen moeten worden onderhouden naarmate de gegevens in de tabel veranderen. Dit omvat updates, invoegingen en verwijderingen, wat kan vereisen dat de index wordt bijgewerkt of opnieuw opgebouwd;
• Afwegingen: Hoewel indexen de queryprestaties verbeteren, zijn er ook nadelen. Ze verbruiken extra opslagruimte en kunnen gegevensbewerkingen vertragen vanwege de overhead van indexonderhoud.