TypeScript is een extensie voor JavaScript en wordt bovenop deze code toegepast. De basis-syntaxis van JavaScript en TypeScript is identiek, dus als je de basis van JavaScript al kent, zal het veel eenvoudiger zijn om deze cursus te begrijpen. Toch wordt aanbevolen om de opdrachten te voltooien om de fundamenten te herhalen.

Als je nog nooit met JavaScript hebt gewerkt – geen probleem. In deze cursus behandelen we de basis-syntaxis, die hetzelfde is voor zowel TypeScript als JavaScript.

We beginnen met het afdrukken van tekst naar de console:

Om informatie in de console weer te geven, gebruiken we de volgende syntaxis:

console.log("Text we want to output");

Let op dat de tekst die we naar de console willen sturen tussen dubbele aanhalingstekens ("") staat. Je kunt de tekst in het codevenster hierboven aanpassen om te experimenteren!

Opmerking

Het gebruik van een puntkomma (;) aan het einde van een regel in de code is optioneel.

Met dit commando kun je ook alles op de console loggen. Laten we een voorbeeld bekijken:

Opmerking

We gebruiken geen dubbele aanhalingstekens ("") bij het afdrukken van getallen; dubbele aanhalingstekens worden alleen gebruikt voor tekst!

Je kunt ook getallen en tekst combineren met behulp van template literals. Deze syntaxis is beschikbaar in zowel TypeScript als JavaScript.

Je dient backticks te gebruiken in plaats van dubbele aanhalingstekens. Daarnaast moet je waarden (getallen of variabelen) omsluiten met deze syntaxis: ${variable/number}. Laten we een voorbeeld bekijken:

Opmerking

var is een enigszins verouderde manier om een variabele te declareren. Tegenwoordig wordt let vaker gebruikt voor het declareren van variabelen, en const wordt gebruikt voor het declareren van constanten (variabelen die niet kunnen worden gewijzigd na initialisatie).

In het bovenstaande codevoorbeeld is te zien hoe een variabele is aangemaakt en gebruikt. In het volgende hoofdstuk wordt nader ingegaan op het aanmaken en gebruiken van variabelen.