Redis-server starten

U bent al bekend met het starten van de server via de commandoregel op macOS.

Na het uitvoeren van het commando ziet u informatie over de huidige serverstatus.

Wanneer Redis wordt gestart, registreert het belangrijke informatie, waaronder de versie (7.2.6), het poortnummer (meestal 6379) en de PID (Process ID), die het Redis-proces uniek identificeert voor beheersdoeleinden.

Het registreert ook de bedrijfsmodus (standaard is standalone mode). Het bericht Ready to accept connections bevestigt dat de server succesvol is gestart en klaar is om verzoeken te verwerken.

Werken met Redis CLI

Om verbinding te maken met de Redis-server, voer het volgende commando uit:

Zodra er een verbinding is gemaakt, verschijnt de opdrachtprompt:

Hier kunnen opdrachten ingevoerd worden die interactie hebben met de Redis-server. Dit wordt behandeld in de volgende sectie. Controleer eerst of de server functioneert en of alles correct is ingesteld.

Serverstatus controleren

Om de status van de server te controleren, voer het volgende commando in de Redis CLI in:

Wanneer dit commando wordt ingevoerd, reageert de server met PONG, wat aangeeft dat de verbinding tot stand is gebracht en de server correct functioneert.

Verbinding met de server verbreken

Om Redis CLI af te sluiten, voer het volgende commando in:

Hiermee wordt de verbinding gesloten en wordt de commandoregelinterface beëindigd.