Cursusinhoud
Introductie tot Python
Introductie tot Python
Samenvatting
Gefeliciteerd met het afronden van de laatste sectie van deze Python-cursus! Je hebt waardevolle inzichten opgedaan in hoe functies werken en hoe ze kunnen worden toegepast op praktijksituaties, zoals het beheren van supermarktactiviteiten.
Hier volgt een korte samenvatting van wat je hebt geleerd:
Ingebouwde functies
Je hebt verschillende essentiële ingebouwde functies in Python onderzocht, zoals sum()
, max()
, min()
, float()
, int()
, sorted()
en zip()
. Deze functies vereenvoudigen veelvoorkomende taken, zoals het berekenen van totalen of het omzetten van gegevenstypen:
# Using sum() to calculate the total cost prices = [2.99, 1.99, 3.49, 2.50] total_cost = sum(prices) print(f"Total cost: ${total_cost}")
Zelfgedefinieerde functies
Je hebt geleerd hoe je eigen functies kunt maken om logica te structureren en hergebruiken, zoals het berekenen van voorraad bijbestellingen. Deze vaardigheid is essentieel voor het organiseren en stroomlijnen van code in complexere programma's:
# Defining a function to calculate restocking needs def restock_quantity(current_stock, desired_stock): restock_qty = desired_stock - current_stock return max(restock_qty, 0) restock_needed = restock_quantity(10, 25) print(f"Restock needed: {restock_needed} units")
Functies zonder returnwaarde
Je hebt functies onderzocht die handelingen uitvoeren zonder waarden terug te geven, zoals het bijwerken van datastructuren of het direct afdrukken van resultaten. Dit type functie is nuttig wanneer je bestaande data wilt aanpassen of directe feedback aan de gebruiker wilt geven:
# Function to update inventory without returning a value def update_inventory(inventory, items_sold): for product, quantity in items_sold.items(): inventory[product] -= quantity print(f"Updated {product} stock: {inventory[product]} units") inventory = {"Milk": 50, "Bread": 30} items_sold = {"Milk": 5, "Bread": 10} update_inventory(inventory, items_sold)
Standaardargumenten en Sleutelwoorden
Je hebt geavanceerde technieken geleerd om functies aan te passen, zoals het gebruik van standaardargumenten en parameter-sleutelwoorden. Deze technieken maken je functies flexibeler en beter aanpasbaar aan verschillende situaties:
def calculate_final_cost(items, tax_rate=0.07): subtotal = sum(items.values()) tax = subtotal * tax_rate total = subtotal + tax return total products = {"Milk": 2.99, "Bread": 1.79, "Eggs": 3.49} # Passing a dictionary as a single argument final_total = calculate_final_cost(products) print(f"Final total with tax: ${final_total}")
1. Welke van de volgende ingebouwde functies zou je gebruiken om de kleinste waarde in een lijst met productprijzen te vinden?
2. Wat gebeurt er als je een functie definieert zonder een return
-statement en vervolgens die functie aanroept?
3. Is de volgende stelling waar: het aanroepen van calculate_discount(100)
zal resulteren in een fout omdat slechts één argument is opgegeven, terwijl de functie er twee vereist?
4. Als je de volgende functie aanroept zonder de parameter discount
op te geven, wat is dan de standaardwaarde van discount
?
Bedankt voor je feedback!