Modules zijn bijzonder krachtig en stellen u in staat om uw Python-code logisch te organiseren en efficiënt te hergebruiken.

Om een volledig beeld te schetsen, bespreken we de verschillen tussen de projectcomponenten. We bekijken de onderscheidende kenmerken en toepassingen van elk concept: module, package, library en framework.

• Module - elk .py-bestand is een module. Dit bestand kan functies, klassen en variabelen bevatten. Een module of de afzonderlijke onderdelen ervan kunnen in een andere module worden gebruikt via de import-instructie;
• Package - is in wezen een map die een speciaal bestand genaamd __init__.py bevat, samen met een of meer modules (Python-bestanden) en mogelijk andere sub-packages. Op vergelijkbare wijze kunnen componenten van een package worden gebruikt met de import-instructie in een andere module binnen hetzelfde project;
• Library - kan de structuur van een package hebben of simpelweg een map zijn met een verzameling modules; minder vaak kan een library een enkel bestand zijn, dus een module. Vaak gebruiken we externe libraries, die we installeren via pip install. Ingebouwde of aangepaste libraries kunnen eenvoudig worden geïmporteerd;
• Framework - vergelijkbaar met libraries zijn Python-frameworks een verzameling modules en packages die ontwikkelaars helpen het ontwikkelproces te versnellen. Frameworks zijn echter meestal complexer dan libraries. Om een framework te gebruiken, moet u het downloaden, bijvoorbeeld met het commando pip install.